Drie vragen aan Coen de Kort

Het realistische boek Mijn held de huurmoordenaar van schrijver Coen de Kort is één van de elf Leestips van de Jonge Jury 2020! Wij stellen Coen drie vragen over de overgang van illustreren naar schrijven, cowboys en huurmoordenaars.

Hoe ben je van het illustreren van verhalen naar het schrijven van verhalen gegaan?

Als je het niet meteen met iedereen deelt op internet, wil ik je best een geheimpje verklappen. Ik bén helemaal geen echte schrijver. Ik fröbel maar wat, omdat ik dat zo leuk vind, en omdat ik er nu ook tijd voor heb. Meer dan vroeger, toen ik net als alle andere volwassenen de hele tijd druk-druk-druk moest zijn.

Als ik klaar ben met het ontwerp- en tekenwerk, blijf ik nog even achter de computer zitten om met mijn personages plezier te maken. Soms ga ik ‘s avonds stiekem terug naar mijn verhaal. Dan kan het laat worden. Buiten spelen met mijn vrienden van vlees en bloed is ook mogelijk, en dat doe ik heus wel regelmatig, want dat is keigezellig en al die beweging is ook nog eens heel goed voor mij, maar het is toch minder spannend dan … Nou ja, je begrijpt me wel.

Philippe Werck van Clavis uitgeverij vond mijn verhaal tof. Hij kon wel lachen om al dat boeventuig. En zo kwam er een eerste boek. Maar eigenlijk ben ik dus nog steeds grafisch vormgever en illustrator, voor wie dat wil. Als je me niet gelooft, kijk maar eens op mijn website coendekort.nl.

Criminaliteit komt regelmatig terug in je boeken. Waarom schrijf je hier graag over?

Als je het niet meteen met iedereen deelt op internet, wil ik je best een geheimpje verklappen. Ik wíl helemaal niet over criminelen schrijven. Ze dringen zichzelf op. Net als je even niet kijkt, dan … plop, dáár zijn ze weer. Ondermijning noemt onze burgemeester dat. Ik heb er ook last van. Ben ik net bezig met een mooi romantisch verhaal en zwijmel ik al bij het mogelijke einde van het boek, staat er weer zo’n cowboy te zwaaien met zijn pistool. Het is om gek van te worden. Maar ik hou vol. Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks, maar er komt ooit een boek dat alléén over de liefde gaat. Zul je net zien dat er dan toch weer zo’n schorriemorrie opduikt. Zucht. Het leven is zó oneerlijk.

Hoe kwam je op het idee om een verhaal te schrijven over een vriendelijke huurmoordenaar?

Als je het niet meteen met iedereen deelt op internet, wil ik je best een geheimpje verklappen. Ik wás helemaal niet van plan om weer een verhaal over Leo Meijer te schrijven. De crimineel had al geacteerd in mijn debuutboek en dat vond ik wel genoeg. Hijzelf niet. Op een dag, het was op een maandag, volgens mij, en het begon al aardig te schemeren, stond hij op de stoep voor ons huis. Leo vertelde dat hij heel veel lol had beleefd aan dat eerste avontuur en dat hij best nog wel een keer mee wilde doen. Maar dan met een wat vriendelijker karakter, als het mogelijk was, zodat de lezers hem wat aardiger zouden gaan vinden.

Ik vertelde Leo dat ik andere plannen had. Dat was het verkeerde antwoord. Plotseling voelde ik de koude loop van zijn pistool op mijn voorhoofd. Nou vooruit, zei ik, nog één keer en dan is het klaar.

Ik belde in het bijzijn van de oude gangster, want daar stond hij op, alle betrokkenen van mijn nieuwe boek om af te zeggen. Daarna ging Leo terug naar de gevangenis waar hij nog snel het laatste deel van zijn straf ging uitzitten. Hij verzekerde mij dat hij op tijd terug zou zijn om kennis te maken met Roos. Roos? Wie Roos is? Tja, dan moet je Mijn held de huurmoordenaar toch echt maar eens lezen.

Deel deze pagina:

Blogs