Tip van de week: 4 & 5 mei
” ‘Mijn moeder wil dat ik van die sterren op mijn kleren naai en ik heb daar geen zin in.’
‘Aha…;
‘Ik begrijp niet waarom ze doen alsof er niets aan de hand is. Is er dan niemand die inziet hoe mesjogge dit is?’
‘Ik weet het, ik weet het…’ Ben wierp een blik op de mannen onder het bord. ‘Maar probeer nou toch kalm…’
‘Nee, ik doe niet kalm!’ schreeuwde Rosie terwijl ze begon te stampvoeten. ‘Ik haat de moffen! Ik haat ze, ik haat ze, ik haat ze! Jullie daar,’ – ze wees naar de soldaten – ‘ik haat jullie, ik haat…’ ”
Astrid Sy – Noem geen namen
Het voelt lang geleden, iets waar je opa en oma over vertellen, waar je geschiedenisdocent het over heeft en waar we jaarlijks twee minuten stil voor zijn. Hoe belangrijk het ook is om te begrijpen hoe erg de Tweede Wereldoorlog was, kan het soms moeilijk zijn als het zo ver van je af staat. Daarom tippen wij deze week twee boeken over karakters die ook jong zijn, maar dan in tijden van oorlog. Zo kan je voor even voelen het was om hen te zijn.
De Tunnel – Anna Woltz
September 1940: de Blitz begint. Maandenlang wordt Londen gebombardeerd. Elke nacht schuilen tienduizenden mensen in de Ondergrondse: ze slapen op de perrons, op stilstaande roltrappen, naast het spoor. Daar, diep onder de grond, leren vier jongeren elkaar kennen.
Quinn is vijftien. Ze is van huis weggelopen met een tas vol juwelen en ze wil de wereld veranderen. Jay is alles kwijt, dus regels kunnen hem gestolen worden. Sebastian is Quinns grote broer, maar ze noemt zijn naam niet. Voor zijn familie bestaat hij niet meer. Ella van veertien vertelt het verhaal. Ze is net een jaar ziek geweest en voelt zich onzichtbaar – maar dan komt de tunnel.
Noem geen namen – Astrid Sy
Rosie is kinderverzorgster en woont bij haar ouders in Amsterdam-Oost, een levendige Joodse buurt. Kaat studeert rechten en is lid van het Amsterdamse studentencorps. Wanneer de oorlog uitbreekt, moet Rosie een moeilijke keuze maken: blijft ze bij haar ouders of gaat ze de kinderen van opgepakte Joden helpen? Kaat komt in aanraking met een studentengroep die zich het Utrechts Kindercomité noemt. Daar leert ze Josephine kennen. Rosie, Kaat en Josephine raken betrokken bij het smokkelen van Joodse kinderen. Wat volgt is een lange, gevaarlijke weg die begint bij een crèche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam.
