Tip van de week: Boekenweek
Wow! Ons huis is vol – Mirjam Schippers
Fleur en Fenna kijken vol verwachting uit naar de komst van hun nieuwe halfbroertje of halfzusje. De geboorte van een nieuw lid in het samengestelde gezin Van den Heuvel-Hofman heeft een behoorlijke impact op alle gezinsleden. Terwijl Fleur geniet van de aanwezigheid van de kleine baby, maakt ze zich ook zorgen over hun moeder en over wat er had kunnen gebeuren tijdens de bevalling, die allesbehalve vlekkeloos verliep. Gelukkig kan ze hierover praten met haar tweelingbroer Sem en met haar vriend Juda. Hoewel ze niet weet wat ze zonder Juda zou moeten, vindt ze een relatie soms ingewikkeld, vooral als ze het gevoel heeft dat hij iets voor haar achterhoudt.
“Onderweg naar Juda’s huis voelde ze de spanning toenemen. Haar buik trok zich samen en haar hart leek sneller te kloppen. De afgelopen maanden had ze het haast vanzelfsprekend gevonden dat Juda er voor haar was en andersom. In de tijd dat ze nu verkering hadden was het nog niet voorgekomen dat ze elkaar zo lang niet hadden gezien. Hoe zou hij haar begroeten?” (pagina onbekend)
Stemmen uit de bodemloze diepte – Anne Resseler
Zoë is woedend. Op de zee, op haar ouders en misschien ook een beetje op zichzelf. Maar diep vanbinnen mist ze vooral iemand: haar broer, Reinhout.
De laatste maanden is Reinhout een schim van zichzelf geworden. Sinds zijn vriendin Elvira plotseling vertrok om in Engeland te studeren, trekt hij zich steeds meer terug. Dagelijks loopt hij langs de kustlijn. Zijn vreemde gedrag zorgt voor roddels onder de bewoners van het kuststadje Zwartduynen: is er iets met Elvira gebeurd? Heeft Reinhout haar misschien iets aangedaan?
Zoë weigert de geruchten serieus te nemen, maar zelfs zij herkent haar broer nauwelijks meer. Nooit eerder heeft ze zich zo verloren en alleen gevoeld. En de stemmen die haar vanuit de zee toefluisteren, bieden allesbehalve troost.
“Zoë haatte de zee. Het geruis in haar oren maakte haar nerveus, het zout in haar neus maakte haar misselijk en het zand op haar huid maakte haar kwaad.
Dat ze geboren was aan de kust kon niet anders dan een fout van het universum zijn. Zeventien was ze inmiddels en nog steeds riep het deinen van de zee bij haar enkel walging en frustratie op. Ze hoorde in een grote stad, omgeven door bergen die hoog boven haar uittorenden, waar ze enkel water tegenkwam wanneer het uit de lucht viel of uit de pijpleiding kwam. Op een dag zou Zoë naar zo’n stad vertrekken, maar tot die dag kwam, zat er niets anders op dan het deinen van de zee te dulden, al was het maar omdat alles wat ertoe deed in Zwartduynen daar gebeurde waar er zicht was op het eindeloze water” (pagina onbekend)
Donkere wolken boven Parijs – Megan Koreman
Parijs, januari 1944. De stad is bezet door de Duitsers. De tweelingbroers Jean en Michel helpen hun Nederlandse vader die deel uitmaakt van een verzetsnetwerk. Ze loodsen mensen die op de vlucht zijn voor het naziregime door de stad. Wanneer het netwerk ook neergestorte geallieerde piloten gaat helpen, wordt het voor hun moeder en hun zusje Suzette te gevaarlijk. Hun vlucht naar Zwitserland wordt voorbereid. Dan wordt de hele familie gearresteerd en veranderen hun levens voorgoed. Met behulp van buren, vrienden en de mysterieuze oom Moen lukt het ze om voor elkaar te blijven zorgen. Samen met de neergeschoten Amerikaanse piloot Jack, die ze in hun huis verborgen houden, dragen ze een steentje bij aan de bevrijding van de stad.
“In de grote stationshal van het Gare du Nord hing een gigantische nazivlag. Recht daaronder leunden mijn tweelingbroer en ik verveeld tegen de muur. De meeste reizigers keken opzettelijk niet naar die bloedrode lap met het zwarte hakenkruis. Die stond immers symbool voor alle onderdrukking en ellende van de afgelopen drieënhalf jaar. Duitsers en collabo’s keken juist vol trots naar de enorme vlag, voor hen het symbool van de overwinning. Dus niemand lette op die twee zestienjarige slungels die daaronder wat stonden te niksen.” (p. 7)