De schrijver vertelt #5: Marita de Sterck

Dit is de vijfde blog van een reeks waarin schrijvers je meenemen in hun schrijfproces en een kijkje geven in hun wereld. Hoe komen ze op hun onderwerpen, waar halen ze hun inspiratie vandaan en hoe schrijven ze een boek? De vijfde schrijver die de pen pakt is… Marita de Sterck! Zij vertelt over het verhaal uit haar boek Duivelskruid.

Weerwolven, duivels en heksen op de hei

Mijn roman Duivelskruid speelt op de Kalmthoutse hei, bij de grens tussen België en Nederland. Die streek ken ik goed want onze tuin gaf uit op dat natuurgebied. Ik zwierf daar als kind uren rond. Dat mysterieuze landschap borrelde van de spannende verhalen. Witte vrouwen dansten daar in de nevelslierten, weerwolven, duivels en heksen slopen door het struikgewas. Ik hou van de volksverhalen die de oude mensen uit de streek vertellen, ze zitten ook in mijn boek.

Toverplanten

In en rond de hei groeien geneeskrachtige planten en kruiden. Mijn hoofdfiguur Tanne is een oude kruidenvrouw. Tanne bestaat niet echt, maar om haar te kunnen beschrijven heb ik wel gesproken met oude kruidenvrouwen en -mannen. Enkele waren ook bezig met magie en geloofden in ‘toverplanten’. Dat waren boeiende interviews, met soms heel aparte mensen die ver gingen in hun experimenten. Mijn Tanne experimenteert in het boek ook met toverplanten, met kruiden die genezen, liefde opwekken, maar ook kunnen doden. Ze gaat te ver en ze betaalt een zware prijs. Haar man en dochter breken met haar.

Schapen op de hei

Mijn tweede hoofdfiguur is Tannes kleindochter Yara, een jonge vrouw van deze tijd. Yara werkt als schaapsherder op de hei. Om de wereld van Yara beter te kunnen beschrijven, trok ik de hei in met herder Ludo en zijn kudde. Met twee collies en een Ardense bouvier gingen we achter de heideschapen aan. De herder vertelde uren over zijn beesten, over het lammeren, over een grote hond die ooit zijn schapen had aangevallen… Dat komt ook in het boek terug.

Vechten met de duivel

Yara is nieuwsgierig, ze wil weten wat haar grootmoeder ooit heeft mispeuterd en gaat op zoek naar de waarheid. Maar de tijd dringt want de oude Tanne wordt ziek en is ervan overtuigd dat ze met de duivel moet vechten. Wat mensen in verschillende culturen vertellen over duivels en demonen, daar doe ik als antropoloog ook onderzoek naar.
Tanne groeide op in een tijd waarin ze aan kinderen gruwelijke duivelsverhalen vertelden. Dat hakte er flink in. Aan het einde van hun leven waren oude mensen soms echt bang dat de duivel hen zou komen halen. Ook nu nog heeft de katholieke kerk specialisten die proberen om die mensen te helpen. Ik heb ook met hen gesproken. Maar er is meer…

Horror

Ooit heb ik zelf meegemaakt hoe iemand in mijn familie met de duivel vocht. Dat was pure ellende. Zo iemand zit echt vast in een horrorscenario. Je kunt weinig doen om ze te helpen. In mijn boek probeert Yara haar grootmoeder ook te helpen, maar Tanne ziet en hoort dingen die anderen niet zien en horen. En in haar vreemde gedachtenkronkels zitten ook wel stukjes waarheid verstopt.

Dat vind ik bijzonder aan het schrijven van een roman: je vertelt over wat je goed kent, maar je leert ook nieuwe mensen en dingen kennen. Je kunt iets doen met feiten uit je eigen leven. Maar jij bent de enige die weet: wat is er in het boek echt gebeurd is en wat is verzonnen?

Deel deze pagina:

Blogs