Domein: overkoepelend

Kerndoel 1: De school stimuleert de taalcompetentie van leerlingen.
Door deelname aan de Jonge Jury biedt een docent leerlingen de kans om kennis te maken met eigentijdse jeugdboeken van verschillende genres en onderwerpen. Daarnaast houdt het werken met het Jonge Jury-lesmateriaal in dat leerlingen niet alleen het boek lezen, maar ook een mening vormen over het boek of leesfragment. En dat zij hierover in gesprek gaan. Hiermee draagt het bij aan een rijke taal- en leesomgeving (doelzin A).

Domein: communicatie

• Kerndoel 2: De leerling begrijpt teksten.
De Jonge Jury draagt op verschillende manieren bij aan dit kerndoel. Met het selecteren van de vijftien Jonge Jury Lestips en het ontwikkelen van het bijbehorende, laagdrempelige lesmateriaal, daagt het programma leerlingen uit om meer te lezen én begrijpend te lezen (doelzin A). Bovendien vraagt het lesmateriaal van de leerlingen dat zij nadenken over bijvoorbeeld; het thema van het boek, het motief van personages, of een mogelijke andere wending van het verhaal. Hiervoor is een diep tekstbegrip nodig (doelzin B). Ook zetten sommige opdrachten in het lesmateriaal aan tot eigen onderzoek, zoals het zoeken van recensies, het nagaan van historische gebeurtenissen of het achterhalen van de betekenis van een bepaalde term (doelzin C).

• Kerndoel 3: De leerling produceert teksten.
In het lesmateriaal stimuleren we leerlingen om hun mening over boeken en leesfragmenten helder onder woorden te brengen, zowel mondeling (wanneer het een klassikale opdracht betreft) als schriftelijk (als een leerling zelf de antwoorden op een vraag opschrijft). Hiermee oefenen zij doelgericht spreken en schrijven (doelzin A). Daarnaast dagen we leerlingen in uiteenlopende opdrachten uit om hun antwoorden creatief te verwoorden, bijvoorbeeld door een alternatieve afloop van het verhaal te schrijven of een brief te schrijven aan een personage. Dit draagt bij aan het creatief gebruiken van taal (doelzin B). Tot slot zetten verschillende opdrachten aan tot het nadenken over en het analyseren van wat zij hebben gelezen, bijvoorbeeld door te vragen of zij zichzelf in een personage herkennen of in hoeverre zij een overeenkomst zien met het verhaal en een actuele gebeurtenis. Op die manier wordt schrijven een middel om te leren (doelzin C).

• Kerndoel 4: De leerling voert gesprekken.
In de opdrachten in het Jonge Jury-lesmateriaal nodigen we leerlingen regelmatig uit om met elkaar van gedachten te wisselen over een boek of leesfragment, zowel klassikaal als één-opéén. Door hun antwoord of mening te formuleren en te onderbouwen én te reageren op anderen, oefenen zij in het doelgericht voeren van gesprekken (doelzin A). Daarnaast stimuleren de opdrachten leerlingen om hun begrip van het verhaal te verdiepen door erover te praten. Dit maakt gespreksvoering een manier om te leren (doelzin B). Bijvoorbeeld door de rol van een personage aan te nemen en hun keuzes te verdedigen of een stelling over het verhaal te bespreken en argumenten uit te wisselen.

Domein: literatuur

• Kerndoel 8: De leerling doet ervaring op met literatuur
De Jonge Jury geeft leerlingen de mogelijkheid om ervaring op te doen met literatuur. De vijftien, zorgvuldig geselecteerde, Lestips variëren in genre, thema en schrijfstijl. Dit is met opzet, zodat leerlingen kennismaken met al het moois dat er is. Door de Lestips te lezen en te werken met het lesmateriaal, ontdekken zij hun leesvoorkeuren en ontwikkelen zij een eigen smaak (doelzin A). Bovendien laat de Jonge Jury leerlingen de waarde van literatuur inzien door hen te vragen naar en na te laten denken over de betekenis van een verhaal, welke boodschap het meedraagt en wat het teweeg kan brengen (doelzin B).

• Kerndoel 9: De leerling toont inzicht in literatuur.
Door het lezen van de Lestips en te werken met het lesmateriaal maken leerlingen kennis met verschillende teksten, variërend in stijl, opbouw en perspectief (doelzin A). Het programma geeft daarnaast een podium aan meerdere genres. De zorgvuldig geselecteerde Lestips omvatten de genres fantasy, avontuur en thriller, maar ook romantiek en science-fiction. Zo leren leerlingen de kenmerken en conventies van deze genres kennen (doelzin B). In het lesmateriaal van de boeken met drie of vier pepertjes stimuleren we leerlingen na te denken over en kritisch te kijken naar wat de Lestips zeggen over de huidige tijd en maatschappij (doelzin D).