Tip van de Week: Andere werelden, andere tijden
“Je kon jezelf amper verstaanbaar maken, zo druk en rumoerig was het op de Nassau Street in New York. Na het middageten was het leven weer op gang gekomen en dat was goed te horen ook. Marktlui schreeuwden de longen uit het lijf om hun koopwaren aan te prijzen. Ruiters reden af en aan, het hoefgetrappel van hun paarden weerkaatste tegen de huizen.” (p. 5) Chris Houtman – Het Geheim van de Goudenregen
Als je leest, kun je in een andere wereld verdwijnen. In het hoofd van iemand anders kruipen en ervaringen beleven die je zelf nooit mee zou maken. Het bijzondere van sommige boeken is dat je ook naar een volledig andere tijd verdwijnt. In de boekentips van deze week beleef je verhalen uit andere werelden én andere tijden. De eerste twee boeken zijn gebaseerd op personen die echt hebben bestaan.
Het Geheim van de Goudenregen – Chris Houtman
Leiden, 1629. Elizabeth Blossom rent door de straten. De tranen biggelen over haar wangen; binnenkort vertrekt ze met haar vader, moeder en haar kleine broertje naar een nieuw land, Amerika. Maar Elizabeth wil helemaal niet weg. Dit is wat ze kent, waarom wil haar vader toch naar dat onbekende verre land? Ze kunnen toch ook best in Leiden wonen? Daar heerst toch een redelijke vrijheid hun geloof te belijden? In Leiden wonen mensen die uit diverse windstreken hun toevlucht hebben genomen tot de tolerante republiek der Verenigde Nederlanden. Het is een soort smeltkroes vindt Elizabeth. Een mix van allerlei verschillende geloven, culturen en talen. En iedereen, maar vooral de republiek lijkt er wel bij te varen. Maar haar vader ervaart dat toch anders. Zijn droom is een nieuw bestaan op te bouwen in de Nieuwe Wereld, een bestaan gebaseerd op de Bijbel. Elizabeth heeft geen keus en moet aan boord van de Mayflower II. Via Engeland zullen ze de verre reis naar Amerika maken. Het beloofde land, volgens haar vader, waar ze vrij zullen zijn hun geloof te belijden zoals zij willen. Wat nou vrij, denkt Betsy bij zichzelf. Ze ervaart het geloof van haar ouders als verstikkend. Maar ze heeft geen keus. Ze moet doen wat haar vader haar opdraagt.
April is de Wreedste Maand – Rindert Kromhout
Voorjaar 1941. Virginia Woolf, tante van de jonge schrijver Quentin Bell en zijn zestienjarige zus Angelica, verdwijnt spoorloos. Bij een rivier wordt alleen haar wandelstok teruggevonden.
Wat staat er in de brief die ze heeft achtergelaten? Quentin en Angelica kunnen nauwelijks geloven dat ze zelfmoord heeft gepleegd, de vrolijke, geweldige Virginia. Wanhopig gaan ze naar haar op zoek.
Maar waarom krijgen ze geen antwoord op hun vragen? Vanessa, hun moeder, weet duidelijk meer, maar zwijgt, ‘omdat ze dat aan Virginia heeft beloofd’. Wat is er tussen die twee gebeurd waar Quentin en Angelica niets over mogen weten?
Ze besluiten hun herinneringen op te schrijven, in de hoop op die manier achter de waarheid te komen. Gaandeweg ontvouwt zich een verhaal dat niet alleen over Virginia en Vanessa gaat, maar vooral ook over Angelica zelf. Een verhaal dat veel ingewikkelder en aangrijpender blijkt te zijn dan Quentin ooit had vermoed…
Het Pungelhuis – Annet Huizing
“Bleek ik toch al die jaren een opa te hebben. Eentje. Maar daar kwam ik pas achter op de dag dat hij doodging.” Waarom heeft niemand Ole ooit verteld dat hij nog een opa had? En waarom krijgt hij nu alleen maar te horen dat het een vreselijke man was? Voor Ole komt het verleden tot leven als hij met zijn vader terugkeert naar opa’s huis in de bossen van Brabant, vlak bij de grens met België. Daar woedde in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een hevige strijd tussen botersmokkelaars en commiezen. Langzaam maar zeker ontdekt Ole waarom zijn vader nooit over zijn opa wilde praten.
Ijzerkop – Jean-Claude van Rijckeghem
De achttienjarige Stans houdt nooit haar mond, liegt als de pest en doet wat niet mag. Ze droomt ervan Gent achter zich te laten en iets van de wereld te zien. Daar wordt abrupt een einde aan gemaakt als haar vader failliet dreigt te gaan en Stans met een rijke, opdringerige geldschieter moet trouwen. Ook al heeft hij een bad met warm water en koopt hij zijden kleren voor Stans, haar huwelijk is een gouden kooi. Zelfs het leven van een soldaat in het leger van Napoleon lijkt haar aantrekkelijker.
Stans loopt weg, onherkenbaar, in de kleren van haar echtgenoot en komt in Parijs terecht bij Napoleons veertiende compagnie. Ze moet tot elke prijs verborgen houden dat ze eigenlijk een meisje is. Haar broer Pier zit haar op de hielen. Hij is vastbesloten haar te vinden en terug te brengen naar haar man.